Het Openbaar Ministerie (OM) heeft maandag straffen tot 22 maanden gevangenis geëist tegen vijf mannen en een vrouw, die betrokken zouden zijn bij grootschalige georganiseerde wietteelt en de handel in wiet en hasj.
Start van onderzoek Vladimir
De politie ontving in september 2017 informatie dat enkele personen uit de regio Eindhoven zich bezighielden met het witwassen van crimineel geld. Dit leidde tot de start van onderzoek Vladimir. Gedurende het onderzoek identificeerde het rechercheteam meerdere verdachten. Deze groep zou een criminele organisatie vormen gericht op georganiseerde wietteelt.
Rol van Encrochatberichten
Dankzij Encrochatberichten kreeg het onderzoeksteam inzicht in de afgeschermde en professionele wijze waarop de verdachten grote hoeveelheden wiet teelden en verwerkten in kwekerijen. Er was sprake van een duidelijke rolverdeling: de ene verdachte zette kwekerijen op, een andere verdachte zorgde voor wietstekken en knippers, en weer anderen regelden het ophalen en afleveren van geld. Bijna alle verdachten worden vervolgd voor hun betrokkenheid bij concrete strafbare feiten en hun deelname aan de criminele organisatie. De verdachte tegen wie 22 maanden celstraf is geëist, wordt ook verdacht van witwassen.
Ontwrichtende en ondermijnende werking
Tijdens hun requisitoir benadrukten de officieren van justitie de schadelijke rol van de verdachten: ‘Alle verdachten hebben bijgedragen aan het voortbestaan van de organisatie en de voortzetting van de wiethandel. Zij zijn daarmee een belangrijke schakel in het geheel. Georganiseerde misdaad is ernstig en werkt ontwrichtend en ondermijnend in de maatschappij. De handel in wiet brengt diverse vormen van criminaliteit en overlast met zich mee. Dit wordt versterkt doordat bij meerdere verdachten wapens zijn aangetroffen, waaronder een vuurwapen en een stroomstootwapen.’
Financiële motieven en grote winsten
De handel in softdrugs is verbonden met aanzienlijke financiële belangen en winsten. De officieren gingen ook in op dit aspect: ‘De verdachten lieten zich bij het plegen van deze misdrijven uitsluitend leiden door financiële motieven. Uit de chats blijkt hoe gemakkelijk zij spraken over hun strafbare activiteiten en het geld dat zij verdienden.’ Het OM wil dit geld terugvorderen. De ontnemingsvorderingen worden in november 2024 behandeld.
Strafeis en verdere rechtszaak
Maandag werd tegen alle zes verdachten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist, variërend van 11 tot 22 maanden. Op 11 en 12 juli komt nog een vermeend zevende lid van de organisatie voor de rechter. De uitspraak wordt later die maand verwacht.