AMSTERDAM – Van een taxichauffeur werd vermoed dat hij onder invloed van drugs zijn taxi had bestuurd. Dat kwam hem onder meer op een voorlopige schorsing van zijn rijbewijs te staan. De chauffeur probeerde deze maatregel voor de rechter ongedaan te krijgen. Die oordeelde echter dat het vermoeden dat er onder invloed van drugs was gereden wel degelijk terecht was. Daardoor kan de man tot nader order niet als taxichauffeur werken.
Het gaat om een zaak die eind 2016 voor de voorzieningenrechter in Amsterdam kwam. Op 18 augustus had het CBR van de politie een mededeling over de chauffeur ontvangen. Daarin werd het vermoeden uitgesproken dat hij niet meer over de rijvaardigheid of geestelijke geschiktheid zou beschikken om een motorrijtuig te besturen. Dat vermoeden ontstond omdat de man op 18 augustus volgens de politie een taxibus bestuurde terwijl hij drugs had gebruikt.
Hij reed omstreeks 5.15 uur slingerend over straat in Amsterdam met zijn taxibus, overschreed meermalen de doorgetrokken streep en hield een andere taxi op. Een motoragent hield de taxibus aan. Hij rook in de bus een sterke hasjlucht, constateerde dat de chauffeur bloeddoorlopen ogen had en trof in het busje vloei, tip en een half opgerookte joint aan.
Lees het hele artikel op taxipro.nl