Het lijkt wel een script van een misdaadfilm, maar het is echt gebeurd: in het verre westen van Suriname crashte een vliegtuigje vol met cocaïne. Geen passagiers met te veel handbagage of huilende baby’s, maar 170 kilo pure ‘vliegtuigbrandstof’ van een heel andere soort. Helaas voor de inzittenden had deze vlucht een dramatische landing… zonder retourticket.
Crashlanding: geen happy hour in de jungle
Stel je voor: je zit op je gemak aan de rand van de Nickerierivier, genietend van het rustgevende geluid van kabbelend water, wanneer plots een vliegtuigje voorbij komt suizen. Het toestel haalde de landingsbaan niet, maar een geïmproviseerde ‘vuurshow’ kreeg het wel voor elkaar. Het vliegtuigje stortte neer, vloog in brand, en de twee piloten hadden hun laatste vlucht gemaakt.
De politie vermoedt dat de inzittenden buitenlanders waren. Misschien toeristen die dachten dat ‘white powder beaches’ iets anders betekende? Helaas voor hen bleek hun vlucht naar de jungle een enkele reis.
Van luxe lading naar gesmolten massa
Wat vervoerde dit vliegtuigje nou precies? Geen tropische vruchten of houten beeldjes voor de toeristen, maar 170 kilo geperste cocaïne. 170 blokken van een kilo per stuk – genoeg om half Latijns-Amerika wakker te houden tijdens een lange werkweek.
Maar moeders mooiste was de lading niet meer: 149 blokken waren beschadigd door het vuur. Tja, cocaïne en vlammen blijken geen vrienden. Eén ding is zeker: dit was geen businessclass materiaal meer.
Wat leren we hiervan?
- Vlieg niet met ‘vliegmaatschappijen’ zonder naam. Hun vluchtschema’s zijn dubieuzer dan hun lading.
- Gebruik de jungle niet als start- of landingsbaan. Er is een reden dat Schiphol niet vol staat met bomen.
- Als je iets illegaal vervoert, doe het dan op z’n minst goed verpakt. Het is toch zonde om je kostbare lading in rook op te zien gaan.
Of dit vliegtuig een boodschap voor ons had? Misschien. Laten we het houden op: “Drugs en luchtvaart combineren niet.” En nu maar hopen dat de volgende keer een crash geen ‘witte kerst’ achterlaat.
