Je hebt het vast wel eens gehoord in de media, op scholen of zelfs van je ouders: “Pas op met alcohol óf drugs!” Het lijkt wel alsof alcohol ineens een keurige uitzondering is, terwijl het eigenlijk een van de meest beruchte drugs is. Tijd om de verwarring even op te klaren, want eerlijk is eerlijk, alcohol verdient die eerlijke plek tussen de andere roesmiddelen.
Alcohol: de nette stiefbroer van de drugs
Laten we eerst maar eens de basis bespreken. Wat is nou eigenlijk het verschil tussen alcohol en andere drugs? Heel simpel: er is geen verschil. Alcohol is wetenschappelijk gezien een verdovende drug, net als heroïne, cocaïne en andere middelen die we massaal onder het kopje “drugs” plaatsen. Het enige verschil? Alcohol komt met een mooi etiketje en staat niet in een ziplock-zakje. En, o ja, je kunt het bij elke supermarkt of slijterij kopen zonder een letter van de wet te overtreden.
Alcohol werkt direct op je brein, verandert je stemming en remt je centrale zenuwstelsel – allemaal eigenschappen die bij de definitie van een drug horen. Dus, waarom wordt alcohol dan zo vaak apart genoemd, alsof het een keurige stiefbroer is die eigenlijk niet echt bij de familie hoort?
Dubbele standaarden: waarom alcohol zo’n uitzonderingspositie heeft
De uitspraak “alcohol of drugs” is eigenlijk een fantastisch voorbeeld van onze dubbele standaarden. Op de een of andere manier is alcohol als het gouden kind van de roesmiddelenwereld geworden. Dit komt waarschijnlijk doordat alcohol al eeuwenlang ingeburgerd is. Van oude Grieken met hun wijnfeesten tot de Duitse bierfestivals, alcohol was altijd een sociale vriend die aan tafel zat, terwijl andere drugs in het donker bleven.
Er zit ook iets hypocriets in. In Nederland is het toegestaan om op zaterdagmiddag in de supermarkt een krat bier mee te nemen, maar als je met een zakje wiet aan de kassa staat, wordt er toch raar opgekeken. Stel je voor dat je op de radio hoort: “Tijdens het festival wordt er geen alcohol of drugs toegestaan.” Grappig, want alcohol is dus een drug.
De taaltruc: alcohol als ‘glaasje’, andere drugs als ‘rommel’
De taal speelt ook een rol. We hebben talloze vriendelijke benamingen voor alcohol: een drankje, een pilsje, een wijntje – het klinkt bijna als een knuffelbeertje. Voor andere drugs zijn de namen veel negatiever en klinken ze direct een stuk gevaarlijker: “rommel,” “troep,” of gewoon “zooi.”
Stel je eens voor dat het nieuwsbericht zou zeggen: “In de kroegen en op het festival mag er geen gebruik worden gemaakt van drugs zoals alcohol, wiet of cocaïne.” Klinkt ineens een stuk directer, nietwaar?
Maar wacht even… waarom zeggen we niet gewoon ‘alcohol en andere drugs’?
De meeste mensen die spreken over “alcohol of drugs” willen waarschijnlijk waarschuwen voor de effecten van andere drugs, maar alcohol heeft bewezen minstens zo riskant te zijn. Met alcohol ontstaan er jaarlijks talloze ongelukken in het verkeer, ziekenhuisopnames door vergiftiging, en niet te vergeten een kater waar je u tegen zegt. Toch houden we de neiging om te doen alsof alcohol een gezelschapsvriend is, en niet hetzelfde is als die enge drugs die je ver van je familie en vrienden moet houden.
Alcohol als de undercover-agent van de drugsfamilie
Stel je voor: je hebt een misdaadserie waarin de drugs undercover gaan. Aan tafel zitten heroïne, cocaïne, LSD, wiet en alcohol. Terwijl de eerste vier hun typische “bad boy”-gedrag vertonen, zit alcohol daar in een net pak met een wijnglas, zogenaamd onschuldig. Iedereen vertrouwt alcohol, omdat hij zich netjes gedraagt – totdat hij ineens tijdens een bruiloft compleet door het lint gaat en zich niet meer kan gedragen. Dan weet je het ineens: die alcohol hoort hier net zo goed bij als de rest!
Als we alcohol en drugs gewoon als hetzelfde zouden zien, zouden we misschien ook wat minder schijnheilig over de effecten van beide praten. Het zou netter zijn om te zeggen: “Drink met mate en ga verstandig om met drugs – ook alcohol!”
Alcohol hoort gewoon bij de drugsfamilie, ook al willen we het niet altijd toegeven
Dus de volgende keer dat je ergens hoort: “alcohol of drugs,” weet je hoe laat het is. Alcohol is niet de onschuldige buitenstaander die gezellig naast de andere drugs mag staan – het is gewoon een van de leden van de drugsfamilie die goed weet hoe hij zich onopvallend moet gedragen. Misschien kunnen we er met een glimlach naar kijken en eens beginnen met zeggen: “alcohol en andere drugs,” voor die heldere en eerlijke kijk op het feestje van de roesmiddelen. Cheers!
