Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag in de rechtbank te Rotterdam een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 7 jaar geëist tegen een 37-jarige Britse verdachte wegens betrokkenheid bij de import van bijna 7200 kilo cocaïne. Deze strafeis is vastgelegd in een procesafspraak tussen de officier van justitie van het Landelijk Parket, de verdachte en zijn advocaat.
Voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de zaak heeft de rechtbank hiervan kennisgenomen.
7 in plaats van 10 jaar
Om de strafeis te verlagen naar 7 jaar, in plaats van 10 jaar, heeft de verdachte afstand gedaan van verzoeken om onderzoek en verdediging tegen de aanklacht. De officier van justitie benadrukt dat procesafspraken van groot belang zijn voor een efficiënte afwikkeling van strafzaken. De maximale straf voor de invoer van harddrugs bedraagt 12 jaar.
Meer capaciteit
Voor het Openbaar Ministerie en de politie resulteren procesafspraken in meer beschikbare en vroegere capaciteit voor andere onderzoeken. Dit leidt tevens tot verminderde belasting van het gerechtelijke systeem, met kortere doorlooptijden bij rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. Bovendien geeft het verdachten eerder duidelijkheid over hun situatie.
Rechtbank heeft het laatste woord
Eerlijke rechtsgang Onafhankelijk van de gemaakte overeenkomst beoordeelt de rechtbank zelf de bewijslast en besluit welke straf passend is. De rechtbank behoudt het laatste woord en is niet gebonden aan de afspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdachte. Het is eveneens aan de rechtbank om te toetsen of het proces voldoet aan de eisen van een eerlijke rechtsgang.
Aangehouden in Zwitserland
De Britse verdachte wordt door het Openbaar Ministerie verantwoordelijk gehouden voor de betrokkenheid bij het grootschalige cocaïnetransport dat op 20 februari 2021 door de Belgische douane werd onderschept in de haven van Antwerpen. Een jaar later werd deze internationaal gezocht persoon gearresteerd in Zwitserland en uitgeleverd aan Nederland.
De rechtbank te Rotterdam heeft onmiddellijk uitspraak gedaan: de opgelegde straf bedraagt 7 jaar gevangenisstraf, in overeenstemming met de eis en de gemaakte procesafspraken.