De burgers. Zo, dat hebben we vast verklapt. Dus als je geen zin hebt in dit artikel dan weet je de uitkomst vast.
En die uitkomst staat voor 100% vast, daar kan je gerust al je geld op zetten bij een weddenschap. Hoeveel instanties de overheid ook optuigt in de strijd tegen drugs, de burgers winnen aan het einde altijd. En zo zachtjes aan beginnen we ook te geloven dat de overheid dat ook niet zo erg vindt, want het houdt wel een hele berg baantjes in stand. En het aantal banen dat actief is in de strijd die niet gewonnen zal worden blijft alsmaar groeien. Als de overheid maar genoeg blijft verbieden en blijft roepen dat drugs de oorzaak zijn van al het kwaad, dan creëren ze weer meer banen.
Kijk maar eens naar Colombia, daar heeft de USA uiteindelijk het leger ingezet en tot op de dag van vandaag is er door de hele USA nog steeds met het grootste gemak een grammetje Colombiaanse cocaïne te koop.
Nederlandse oorlog tegen wiet
In Nederland lijkt het dezelfde kant op te gaan met wiet. Veel burgemeesters schieten geheel hun doel voorbij als ze burgers uit hun eigen huis jagen voor een paar maanden omdat er wat plantjes werden aangetroffen. De overheid – en dan met name in Brabant en Zeeland – heeft complete teams opgetuigd in de strijd tegen dat plantje. Zelf weet de overheid al lang dat legaliseren natuurlijk leidt tot minder criminaliteit, maar dan moeten er wel veel banen voor worden ingeleverd.
Het is toch om te huilen als je ziet dat ze in 1 straat een illegale wietkwekerij oprollen die zorgde voor de voorraad van een legale coffeeshop 4 panden ernaast? Hoe kan je dat blijven verkopen?
Burger wint strijd om drugs
Al sinds mensenheugenis gebruiken mensen middelen om zich te genezen, zich beter te voelen of om tijdelijk in hogere sferen te verkeren. En dat zullen ze ook blijven doen, dat roei je niet uit. Niet met ondermijning, niet met speciale teams, zelfs niet met het leger. Want in al die jaren dat de strijd gaande is, is er niet 1 jointje minder gerookt, geen pilletje minder geslikt en geen grammetje minder gesnoven. En deze laatste alinea kunnen we jaar na jaar opnieuw publiceren.