Een medewerker van de Rotterdamse haven heeft zijn baan verloren nadat hij betrapt werd met een joint tijdens werktijd. Het bedrijf nam geen halve maatregelen: hij werd per direct ontslagen. Maar onze man nam geen genoegen met dit afscheid en stapte naar de rechter. Want, zo redeneerde hij: “Hoe weten jullie eigenlijk dat die joint van mij was?”
De ‘stapelbaas’ met een twist
Op de dag van het incident stond de man ingeroosterd als stackerdraaier – de held die containers los- en vastmaakt op de terminal. Alleen, in plaats van geconcentreerd met de containerlading bezig te zijn, leek hij wat… eh, ‘extra ontspannen’. Een collega liep zijn hokje binnen, rook meteen de doordringende geur van hasj, en vond daar een brandende joint die nog op de grond lag.
Onze stackerdraaier probeerde zich eruit te praten door te beweren dat hij gewoon een sigaretje rookte. Maar ja, toen zijn collega de joint zag liggen, kon hij niet anders dan bekennen. Oeps.
Van hokje naar rechtzaal
Even later werd de man op het matje geroepen bij zijn manager en per direct ontslagen. Maar deze ‘enthousiaste rookliefhebber’ vond dat onterecht en besloot de zaak aan te vechten. Zijn argument? “Die joint op de grond had net zo goed van iemand anders kunnen zijn!”
Er was alleen één klein detail: hij had eerder die dag zelf toegegeven aan zijn leidinggevende dat hij die joint had gerookt. Tja, dat was de rechter natuurlijk niet vergeten. Daarbij verklaarde de man ook dat hij al sinds het krieken van de dag alleen in dat hokje zat. Dus ja… als de joint daar lag, wie zou ‘m dan hebben neergelegd?
Uitspraak: exit baan, hallo rekening
De rechter vond de ontslagreden meer dan terecht en gaf de man geen gelijk. En alsof dat niet genoeg was, mocht hij ook nog eens de proceskosten van €949 aftikken. Een duur jointje, zullen we maar zeggen.