De gemeente Utrecht kan niet leven met de huidige opzet van het wietexperiment. In een brief aan minister Ferdinand Grapperhaus (CDA) laat D66-wethouder Victor Everhardt vandaag weten alleen mee te willen doen aan de proef, als de voorwaarden worden aangepast. Zo wil hij dat niet alle coffeeshops in de stad verplicht worden om mee te doen.
Doodsteek voor de coffeeshops
Een verplicht deelname is de doodsteek voor de coffeeshops. De deelnemende shops zullen een té beperkt assortiment mogen voeren, geen hasj mogen verkopen en vooral té duur zijn met hun perfect gekweekte, verpakte en vervoerde legaal gekweekte wiet. Stoners zoeken een goedkopere shop nét buiten de Utrechtse gemeente grens en de deelnemende shops kunnen hun deuren sluiten. En als het aan de burgemeester ligt dan sluiten shops die niet willen deelnemen meteen als de proef van start gaat. Wat een kansloos beleid.
Criminaliteit minder of meer
Het idee van de proef is om door wiet legaal te kweken de criminele schakel uit de bevoorrading van coffeeshops te halen. Dit zou tot minder georganiseerde criminaliteit en overlast moeten leiden in woonwijken. Zo kan er ook beter op de kwaliteit van de wiet worden gelet, wat de volksgezondheid ten goede moet komen. In het huidige softdrugsbeleid mogen coffeeshops wel wiet verkopen, maar is het bevoorraden strafbaar. Waar de beleidsmakers aan voorbij gaan is dat alle andere gemeenten die niet meedoen met de proef, zo’n 545 stuks, coffeeshops hebben die het veel drukker krijgen als de proef van start gaat en ook zij zullen schreeuwen om illegale voorraad. Koren op de molen van de grote kwekers.