De meest voorkomende plaag bij wietkwekers over de hele wereld is bladluis. En bladluis kan je wiet serieuze schade toebrangen, dus is het zaak om dit wel aan te pakken als je ze ontdekt op je wietplanten.
Over bladluis
Wanneer we het over bladluis hebben dan spreken we over kleine sap-zuigende insecten. Deze mini insecten maken deel uit van een ongedierte groep die je plant compleet kunnen vernietigen als je ze hun gang laat gaan. De beestjes worden tussen de 1 en 5 millimeter groot. Ze zijn groen, wit, rood of zwart van kleur. Vooral de zwarte komen veel voor, maar de groene zie je nog meer. De groene bladluis komt ook in gewone tuinen veel voor en springt daardoor makkelijk over naar je wietplanten.
Bladluizen zijn er in het groen, rood, wit en zwart. De groene komen het meeste voor, ook in gewone tuinen.
Lente
De vrouwtjes van de bladluis leggen haar eitjes al aan het begin van de lente waar meer vrouwelijke nimfen uitkomen. Binnen een paar weken, krijgen dezen nimfen zelf alweer jongen. Dit proces wordt een paar keer herhaald, waardoor de hoeveelheid bladluis erg hoog wordt in een hele korte tijd. We spreken dan van een plaag. Aan het einde van de zomer paren bladluizen zodat er eitjes komen die kunnen overwinteren. De meeste soorten hoeven echter niet te paren en produceren gewoon eitjes.
Wist je dat er wel 4.000 verschillende soorten bladluis zijn op de wereld?
Bladluis herkennen op je wietplant
De meeste bladluizen komen voor op de bladeren en stengels van je wietplanten. Vanzelfsprekend zijn de gorene wat lastiger te zien en bovendien verschuilen veel bladluizen zich onder de bladeren. Het is dus belangrijk om je wietplanten met regelmaat goed te inspecteren, waarbij je de onderkant blad niet overslaat. Bladluizen voeden zichzelf door sappen op te zuigen van de planten, waardoor er een dikke kleverige substantie genaamd honingdauw achterblijft, wat de groei van zwart, roetachtig schimmel bewerkstelligt. Honingdauw trekt ook weer andere insecten aan, die de bladluis kunnen beschermen van roofinsecten waardoor de plaag zich uitbreidt.
Je herkent het al snel als de randen van je wietbladeren en de punten geel worden. Daar zitten de meeste sappen en die worden maar wat graag door de bladluizen geconsumeerd.
Wat doe je er aan
Wanneer het een kleine bladluis populatie betreft dan hoef je je geen zorgen te maken. Maar als de populatie groeit – en dat kan enorm snel gaan – dan kan bladluis van invloed zijn op de gezondheid van je wietplant. De meeste plagen bladluis die voorkomen in de tuin houden van warme en vochtige condities met niet teveel wind. Het is daarom altijd belangrijk om ervoor te zorgen dat je er bij binnenkweek voor zorgt dat je kweekruimte de juiste temperatuur heeft (tussen 20 °C en 25 °C is ideaal) en het is aan te raden om een ventilator te plaatsen zodat je voldoende beweging hebt in de lucht.
Snoeien die handel
Zie je bladluis op je planten, dan is het tijd om de eerste stap te nemen tegen deze plaag. Dat doe je door geïnfecteerde stukken weg te snoeien en ze meteen weg te gooien. Zodra je je planten gesnoeid hebt, is het ook goed om ze af te spoelen met water, of een water-groene zeep oplossing die de overgebleven insecten doodmaakt.
De tegenpartij
Er zijn weer andere insecten die voor jou de plaag kunnen bestrijden. Lieveheersbeestjes, zweefvliegjes, sluipwespen, muggenlarven, krabspinnen en gaasvliegen jagen allemaal van nature op bladluis en vele andere plagen (zoals spint en witte vliegjes).
We raden je aan om sommige van deze insecten in je tuin te laten vertoeven tijdens de lente en in de late zomer om een plaag proberen te voorkomen. Als je al bladluis hebt ontdekt op je planten, is het normaal gesproken te laat om ervan uit te gaan dat de roofinsecten daartegen gaan helpen.
Toch is het ook wel mogelijk om bladluis in een grotere populatie te bestrijden met lieverheersbeestjes. Deze komen veel voor in de buurt van brandnetels en ze zien bladluis als een ware traktatie. Een lieverheersbeestje kan wel tot 200 bladluizen per etmaal eten, dus zijn het echte opruimers.
Natuurlijk bestrijden
Je wilt natuurlijk je wiet niet gaan behandelen met agressieve of chemische middelen. Dan zijn je topjes straks niet meer lekker om te roken. Wij hebben de beste resultaten geboekt met een relatief eenvoudig en zeker onschadelijk middeltje:
– Zeepspiritus: Zeepspiritus is ideaal voor het lokaal behandelen van een geïnfecteerde plant. Ze kunnen de meest voorkomende tuinplagen behandelen (zoals spintmijten en witte vlieg) maar zijn niet geschikt om direct te gebruiken op wiettoppen. Behandel je planten met een tussenpose van 72 uur en je zult zien dat je van die vervelende bladluis af bent.
Buitenkwekers
In het geval van wietplanten zijn deze gezelschapsplanten, die insecten en kleine dieren verjagen, knoflook, uien, geraniums en goudsbloemen. Knoflook is met name effectief tegen bladluis en spint, die tot de meestvoorkomende insectenplagen behoren. Knoflook kan zelfs muizen en andere knaagdieren afschrikken.