De Raad van State heeft bepaald dat gemeenten niet zomaar de rekening van het opruimen van drugsafval in de schoenen van de grondeigenaren kunnen schuiven. Wel moet de grondeigenaar niet betrokken zijn bij de dumping van het drugsafval.
De zaak ging over drugsdumpingen op een weiland in het Brabantse Nuenen. Gemeenten mogen de rekening voor het opruimen van drugsafval niet neerleggen bij een grondeigenaar als die niet van het afval afwist. Dat heeft de Raad van State bepaald in een zaak over drugsafval in Nuenen.
Snel opgeruimd voor 26K
Voor het snel opruimen van het drugsafval werden de grondeigenaren verrast met een rekening van 26.000 euro. En dat had niet gemoeten, zegt de Raad van State. De eigenaren konden immers niet weten dat er drugsafval was gedumpt en zijn dus onschuldig. “De zorgplicht gaat niet zo ver dat de eigenaar van een perceel al in overtreding is zodra, zoals hier, een onbekende derde een milieudelict begaat op dat perceel zonder dat de eigenaar daarvan op de hoogte is”, schrijft de Raad.
Gemeenten plunderen graag hun burgers
De grondeigenaren waren al eerder naar de rechter gestapt en kregen daar gelijk. De gemeente zorgt liever voor zichzelf dan voor haar burgers en ging in hoger beroep. Gelukkig hield ook bij de Raad van State de uitspraak stand werd ze opnieuw in het ongelijk gesteld.
Soms toch betalen
De zaak betekent volgens de Raad van State niet dat gemeenten de opruimkosten voor alle drugsdumpingen moeten betalen. Maar onder welke omstandigheden eigenaren dan uiteindelijk wél moeten betalen, kon een woordvoerder niet zeggen omdat elke situatie anders is. Lekker duidelijk allemaal weer.