Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep gevangenisstraffen tot 9 jaar geëist in de ‘martelcontainer’ zaak in Wouwse Plantage.
Zomer 2020
In de zomer van 2020 werden zeven zeecontainers ontdekt in een loods in Wouwse Plantage, die samen een soort gevangeniscomplex vormden. Zes van deze containers waren ontworpen om mensen gevangen te houden, met isolatie aan de binnenkant, handboeien en een chemisch toilet. De zevende container staat bekend als de ‘martelcontainer’, hoewel de verdachten deze “de behandelkamer” noemden. Deze container bevatte een geprepareerde behandelstoel met boeien, riemen en bevestigingen om armen, benen en hoofd vast te binden. Het OM eist gevangenisstraffen tot 9 jaar tegen de acht leden van de criminele bende verantwoordelijk voor deze containers.
Maximale straf
De hoofdverdachte, die eerder al veroordeeld was tot 15 jaar gevangenisstraf in een andere zaak, werd in deze zaak vandaag geconfronteerd met een eis van 33 maanden gevangenisstraf, wat de maximale straf is die nog kan worden opgelegd. De vermeende rechterhand van de hoofdverdachte, die eerder al 8 jaar gevangenisstraf kreeg in een andere zaak, wordt in deze zaak opnieuw geconfronteerd met een eis van 8 jaar gevangenisstraf, opnieuw de maximale straf.
Van één tot negen jaar cel
De overige zes verdachten kunnen gevangenisstraffen verwachten variërend van één tot negen jaar. Alle verdachten worden beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en worden ook beschuldigd van het gezamenlijk voorbereiden van gruwelijke misdaden in de containers, naast andere aanklachten zoals wapenbezit, hennepbezit en witwassen.
EncroChat
Ondanks de voorbereidingen in de containers om mensen vast te houden, heeft de politie uiteindelijk niemand gevangengenomen, omdat ze de communicatie tussen de verdachten via EncroChat volgden. Deze versleutelde berichtendienst was populair bij criminelen. Dankzij een Frans opsporingsonderzoek werd de berichtendienst gekraakt, en met internationale samenwerking kon de Nederlandse politie de berichten lezen. Hierdoor werd duidelijk dat de containers bedoeld waren voor het oplossen van een geschil over geld en dat de plannen buitengewoon verontrustend waren. De berichten maakten gewag van afschuwelijke zaken, zoals martelgereedschappen en zelfs het ontvoeren van iemands vrouw en kind als drukmiddel voor een betaling van 30 miljoen euro.
Geldig bewijsmateriaal
Dit hoger beroep in de ‘martelcontainer’ zaak is een van de eerste zaken na een beslissing van de Hoge Raad afgelopen zomer, die oordeelde dat ontsleutelde cryptocommunicatie als geldig bewijs kan worden gebruikt. De advocaten-generaal betoogden tijdens de zitting dat de verweren van de verdachten op dit punt niet langer houdbaar zijn na deze beslissing van de Hoge Raad.
Kans op escalatie aannemelijk
De advocaat-generaal benadrukte tijdens de zitting de buitengewone gruwelijkheid van de misdrijven die de verdachten voorbereidden en de escalatie van geweld die ze bereid waren te plegen in de onderwereld. De geplande martelwerktuigen en de plannen om zelfs familieleden van rivalen niet te sparen, tonen de ernst van de zaak. Het OM benadrukte dat als deze plannen waren doorgegaan, of zelfs alleen al bekend waren geworden, dit tot een verschrikkelijke escalatie van onderwereldconflicten zou hebben geleid.
