Kweken is leuk om te doen en iedereen kan het, mits je duidelijke instructies krijgt en deze zorgvuldig opvolgt. En het resultaat, daarvan kan je zelf genieten na afloop.
Paddo’s kweken
Paddo kweeksets zijn er in heel veel verschillende soorten en maten. De meeste hallucinogene soorten zijn verkrijgbaar in kant en klare kweeksets. Soaken in het water, in een afgesloten zak plaatsen en drie weken later oogsten en smullen maar.
Toch is het geen kinderspel
Maar in de praktijk is het kweken van paddo’s toch iets lastiger. Over het algemeen gesproken gaat het kweken van verse paddo’s precies zoals hierboven omschreven, maar er liggen ook wat valkuilen op de loer. Tijdens het kweekproces kan de set besmet worden, kan de set te droog of te warm of juist te koud staan. Allemaal zaken die de groei van de Magic mushrooms kunnen verstoren. Wij hebben de belangrijkste problemen voor je op een rij gezet, samen met de mogelijke oplossingen.
De kweeksets hebben het grootste deel van de groeicyclus doorlopen onder optimale en steriele omstandigheden. Ik heb het dus over de kant en klare kweeksetjes, waar het mycelium al gevormd is.
De kans op besmetting is daardoor vrijwel nihil.
Mochten er onverhoopt toch problemen optreden dan kan deze foutenanalyse misschien uitkomst bieden. De diagnose-lijst kan voor alle kweeksets dienen.
Meest voorkomende problemen met paddo’s kweken
Dikke witte draden
-Als er dikke witte draden uit de grond omhoog steken dan is je temperatuur te hoog, verlaag deze naar 24° Celcius.
Groene vlekken
-Zie je groene vlekken op het vermiculite dan heb je een besmetting met een schimmel, hier doe je niks tegen. Je oogst kan toch nog redelijk zijn.
Vies ruiken
-Ruik je een verrottingslucht dan heb je een besmetting met bacteriën, je vochtigheid is veel te hoog geweest, ook hier is geen oplossing voor. Je kunt je bakje weggooien. (Zonder waterverwarming is dit haast niet mogelijk tenzij er spatwater in het bakje is gekomen.)
Scheuren in de hoedjes
-Vertonen de paddo`s scheurtjes in de hoeden dan is je luchtvochtigheid te laag, controleer of er nog voldoende water in de zak zit en sluit het folie nog wat verder af.
Witte schimmeldraden
-Zie je witte schimmeldraden op de hoeden van de paddenstoelen dan is je luchtvochtigheid te hoog of te laag, als de hoeden glimmen is deze waarschijnlijk te hoog, maak de opening in het folie wat groter.
Witte pluizen
-Zitten er witte pluizen op de stelen van de paddenstoelen, dit is normaal tot circa 1-2 cm hoogte. Als de hele stam pluizig is, is de luchtvochtigheid te hoog, maak dan de opening in het folie wat groter.
Afwijkingen
-Zie je afwijkingen van paddenstoelen? Dit is normaal, vooral een tweede steeltje zonder wortels, los aan een hoed komt regelmatig voor.
Zwarte hoeden
-Krijgen je paddenstoelen zwarte hoeden dan zijn ze overrijp. De paddo`s gaan zichzelf afbreken. Oogst deze paddenstoelen direct, ze kunnen nog gegeten worden.
Zwarte stammetjes
-Als de stammetjes zwart worden zijn er sporen uit de hoeden gevallen, deze paddenstoelen kunnen gewoon gegeten worden.
Er komen geen paddo’s
-Als je kweekset na 3 weken nog niks doet is het waarschijnlijk te koud in je ruimte, zet je zak op een warmere plek. De meeste GrowKits hebben na enkele weken (3-4) paddenstoelen. Het kan voorkomen dat het iets langer duurt. Wees geduldig, ook in de natuur groeit de ene paddenstoel sneller dan de andere. Er zijn verschillende factoren die hier invloed op hebben (denk aan de aanvoer van verse lucht, temperatuur, licht etc.).
De GrowKit geeft maar een paar paddenstoelen, is deze niet goed?
Een mogelijke oorzaak is dat de toplaag niet goed vrij is gekomen. Alvorens het vullen van de GrowKit met lauw water (stap 3), dient de toplaag met een vork ingeprikt te worden (stap 2). Op deze manier is het gemakkelijker voor de paddenstoelen om op te komen. Bij een nieuwe vlucht nogmaals deze toplaag losprikken en benevelen met water uit de plantenspuit. Denk er aan ALTIJD steriel te werken, je kweekset is al snel besmet.
Besmette kweekset?
Net zoals bij de mens liggen er ook voor je kweekset massa’s met besmettingen op de loer. Deze kunnen worden verdeeld in drie groepen: bacteriën, schimmels (fungi) en ongedierte. We zetten ze eens op een rij.
Steriel werken
Het kweken van paddo’s lijkt kinderspel en dat is het ook mits je de regels stipt uitvoert. Zorg ervoor dat je enorm schoon te werk gaan omdat de omgeving te allen tijde steriel moet blijven. Elk onderdeel van het kweken van paddo’s is ontzettend gevoelig voor besmetting, inclusief de sporen, het mycelium en de paddo’s zelf.
Alle kweeksets worden samengesteld in een gegarandeerd steriele ruimte. Ze kunnen dus nooit al besmet zijn voor ze bij jou aankomen
Wapwinkel support
Sterilisatie en filteren
Er zijn verschillende manieren om de omgeving steriel en rijk voor het mycelium te houden, maar vrij van concurrenten als bacteriën, schimmels of ongedierte, zoals sterilisatie van het substraat en filtering van de lucht. Maar deze methodes zijn niet onfeilbaar. De genoemde processen zijn niet perfect en de steriele omgeving blijft in de praktijk niet lang steriel.
Katoenachtige schimmel
Wanneer een katoenachtig mycelium je behuizing bedekt en je paddenstoelen omhult na contact met het zachte mycelium, wat een zachte rot veroorzaakt, is je cultuur besmet met spinrag schimmel. Deze schimmel is iets donkerder dan mycelium en vanwege dit kleine kleurverschil het voor een beginner lastig te herkennen zijn. Een ander duidelijk signaal is de enorme groeisnelheid van deze schimmel. Binnen twee dagen staat je kweekbak al vol met deze schimmel.
Groene schimmel
De meest voorkomende schimmel is de groene schimmel welke wordt veroorzaakt door Trichoderma harzianum en kan worden herkend aan een agressief, wit mycelium die de hele behuizing en eventueel gevormde paddo’s zal bedekken, waardoor zachte rot ontstaat en smaragdgroene sporen worden geproduceerd. Ook de geur is onaangenaam van deze schimmel.
Het voorkomen van groene schimmel wordt onder meer beïnvloed door slechte hygiëne, vliegen en anaërobe omstandigheden, waardoor strikte reiniging en het gebruik van oppervlakte-ontsmettingsmiddelen (ja, daar is het weer) essentieel zijn.
Ga dit voor jezelf na
- Wat is de temperatuur waar de growkit staat.
- Staat er een laagje water in de filterzak.
- Krijgt de growkit voldoende daglicht en geen direct zonlicht.
Niets is mooier dan na afloop van je kweek om zelf van je oogst te genieten
Wapwinkel support team
Wiet kweken
Wiet kweken lijkt wel een hobby van elke Nederlander. Wij hebben gewoon met zijn allen groen vingers. En bij jou kriebelt het ook, dus kom je uit op deze pagina. Nou, je kunt stoppen met zoeken want wij leggen je precies van A tot Z uit hoe je wietplanten moet kweken.
Eenvoudig
Als je je goed aan een aantal vaste regels houdt, niet te veel experimenteer en alle stappen volgt dan is wiet kweken eenvoudig. Het wordt pas lastiger als je aan de slag gaat met bijzonder soorten, of als je je niet aan de regels houdt. Te veel of te weinig licht en of voeding, beetjes in je wietplanten of ze staan te veel op de wind of in de kou. Maar als alles klopt dan is het kweken van wietplanten kinderlijk eenvoudig.
Stap voor stap
De onderstaande stappen zijn bedoeld als rode draad voor jou als beginnend wietkweker. Lees ook even het stukje over hoe de wetgever over jouw wiet kweek praktijken denkt. Verder komt aan bod:
- de wet en wiet
- in welke periode van het jaar
- de groeiperiode
- de bloeiperiode
- de eindfase
- het knippen
De wet
Het is in Nederland niet toegestaan om wiet te kweken. Ook niet vijf planten of minder. Als ze je pakken dan krijg je bij vijf planten of minder de mogelijkheid om er afstand van te doen zodat er geen strafvervolging zal plaatsvinden. Doe je geen afstand van je wietplanten of heb je er meer dan vijf, dan moet je sowieso op strafvervolging rekenen.
De tijd
Je kunt het zelf wel bedenken, maar voor de zekerheid: de herfst en winter zijn geen geschikte periodes voor om te starten met het kweken van wiet. Een wietplant heeft namelijk behoefte aan warmte, zo veel mogelijk zonlicht en lange dagen. In de winterperiode kun je dus onmogelijk kweken. Het zogenoemde kweekseizoen voor wietplanten vindt plaats tussen april en oktober. In deze maanden kun je buiten wiet kweken. Je kunt zelf al ietsje eerder beginnen als je wietzaadjes ontkiemt want dat kan alvast een maandje eerder binnen. Begin nooit later dan de tweede week van mei want anders zijn je planten niet klaar als de herfst toeslaat.
De plek
Bezint eer ge begint. Kies een goede plek voor je wietplanten buiten. Er zijn nogal wat aspecten waarmee je rekening dient te houden:
- niet te veel op de wind
- niet in de schaduw
- niet zodat buren overlast hebben
- niet in het zicht
Blijf uit de buurt van de buren als je wietplanten in je tuin zet
Wapwinkel supportteam
De soort
Als je je topjes straks zelf gaat roken dan weet je natuurlijk al lang welke soort je gaat kiezen. Maar je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om wat verschillende soorten te planten. Er zijn bovendien makkelijke ontkiemers, makkelijke groeiers en soorten die zich, eenmaal geoogst en geknipt makkelijker laten verkopen. Op de beeste websites die wietzaden verkopen staat allerlei info over de grootte van de plant, wat voor soort (indica/sativa), hoeveel CBD en THC en maar van dat soort zaken. Aan keuze geen gebrek!
De materialen
Voor het kweken van wietplanten heb je in ieder geval potten en potgrond nodig. Wellicht heb je deze benodigdheden al in huis, maar de kans is groot dat je het nog moet kopen. Absoluut geen dure investering, alleen wel even iets wat je moet regelen. Ieder tuincentrum voorziet perfect in jouw behoefte. Laat je planten altijd eerst even voorgroeien op pot. Dat scheelt je een hoop ellende en bovendien weer je op die manier makkelijker vijanden zoals slakken dan wanneer je ze meteen in de vaste grond zet. Zorg er overigens wel voor dat de grond waarin ze uiteindelijk komen te staan ook rijkelijk is voorzien van de broodnodige grondstoffen en voeding.
De ontkieming
Boeken vol worden er geschreven over de ontkieming van wietzaden. De ene zegt op natte watjes, de volgende in een glas water en weer iemand zegt dat je het op vochtig keukenpapier moet doen. Wij mengen ons niet in die discussie, maar adviseren je om de stappen goed op te volgen:
Methode 1: ontkiemen op water
Wietzaden ontkiemen op water. Dat doen ze het beste als jij er voor zorgt dat alleen een constante temperatuur heeft die niet verder afwijkt dan tussen de 22 en 25 graden Celsius.
Je vult een bekertje of kopje of een glas met lauw water. Je plaatst dit in de vensterbank, maar je let wel goed op de apparatuur want ook in de vensterbank kan het met een voorjaarszonnetje al snel veel te warm worden.
En het wonder van ontkiemen van je wietzaadjes zal binnen 2 tot 4 dagen plaatsvinden. Er zijn uitzonderlijke soorten die er één of twee dagen langer over doen. Maar als er na 6 dagen nog niets is gebeurd dan kan je het opgeven met deze zaden want dan ontkiemen ze ook niet meer.
Als de zaden zijn ontkiemd en je ziet het witte worteltje verschijnen, dan kunnen ze al in de grond.
Stop de ontkiemde zaden met het witte worteltje naar beneden in de aarde. Doe dat niet te diep, bij voorkeur laat je het zaadje boven de aarde uitsteken.
Gebruik altijd een doorzichtig bekertje of glas. Dan hebben de wietzaadjes meer licht en zie jij goed wat er gebeurt.
Naambordjes
Het klinkt misschien simpel, maar als je meerdere soorten ontkiemt, dan is de kans groot dat je na twee maanden niet meer weet welke soort in welke pot staat. Schrijf daarom vooraf al naambordjes (te koop bij ieder tuincentrum) zodat je ook in een later stadium weet welke soort er voor je staat.
Methode 2: ontkiemen op een vochtige ondergrond
Een goede methode waarbij het echter wel belangrijk is om te zorgen dat de ondergrond goed vochtig blijft. Dat doe je zo: gebruik een materiaal dat vocht vasthoudt, bijvoorbeeld watten of keuken- of toiletpapier.
Koop een appelflap bij de supermarkt die verpakt zit in een plastic doorzichtige doos die hersluitbaar is. In het deksel prik je een paar gaatjes.
Onderin de doos leg je nu de ondergrond die is doordrenkt met lauw water. Nu plaats je de zaden op de doordrenkte ondergrond en sluit je het deksel. Ook hier is de constante temperatuur belangrijk. Tussen de 22 en 25 graden, altijd. Al zwetend zullen je zaden binnen 2 tot 4 dagen ontkiemen.
Zorg ervoor dat de ondergrond permanent kletsnat is. Wietzaden ontkiemen het best bij veel vocht.
Methode 3: ontkiemen in de aarde
Wietzaden ontkiemen in de natuur ook in de aarde, dus dan doen ze dat bij jou ook. Onthou echter dat een volwassen wietplant wel 5000 zaden kan produceren waarvan het overgrote deel nooit een plant zal worden omdat ze niet ontkiemen in de natuur. Omstandigheden zoals luchtvochtigheid, licht en temperatuur spelen daarin een belangrijke rol.
Stop het wietzaadje in de grond, maar doe dat niet dieper dan 1 centimeter. Dek het gaatje af met een heel klein beetje aarde en druk dit licht aan. Zorg dat je aarde luchtig en los is, vast aangedrukte aarde is moeilijk doordringbaar door de wortels. Houd de aarde vanaf deze tijd constant vochtig. Het zaadje zal onder de grond ontkiemen en zijn plantje de grond uit drukken. Na 4 – 10 dagen moet er een klein plantje verschijnen.
Dek je potje met aarde af met. versfolie, dan gaat de boel lekker zweten
Samengevat
- hoge vochtigheid (gebruik vershoudfolie)
- temperatuur van 22 – 25 graden Celsius
- kletsnatte ondergrond
De start
Nu je wiet ontkiemd is kan je eindelijk aan de slag met het kweken en verzorgen van je wietplanten. Vul de gekochte potten met goede kwaliteit potgrond en plaats per pot 1 ontkiemd wietzaadje in de grond. Dit doe je door je wijsvinger een centimeter of twee in de aarde te stoppen, waarna je het zaadje met de wortel naar beneden voorzichtig in het ontstane gaatje plaatst. Maak het gaatje vervolgens dicht en wacht af tot het plantje boven de grond uitkomt. Raak niet in paniek als je de eerste dagen nog niets ziet. Het kan soms wel een paar dagen duren voor het wonder zich gaat geschieden. Onder goede omstandigheden barst het zaadomhulsel, of de bolster, open en komt er een spilwortel tevoorschijn, die zich onmiddellijk een weg naar beneden baant op zoek naar water. Het duurt niet lang voordat je een spruit uit de grond ziet komen dat haar eerste babyblaadjes (zaadlobben) uitspreidt. Daarna zie je het eerste paar echte blaadjes ontstaan.
Een prachtig moment is het altijd als na de ontkieming de eerste babyblaadjes verschijnen
De verzorging
Nu je jonge plantjes in de groeifase zitten, begint het eigenlijke proces van wiet kweken pas. Moeder natuur doet het halve werk voor jou, maar de taak om die andere helft succesvol te volbrengen is wel een taak die je serieus moet nemen. Als een waakhond zorg je dagelijks voor de perfecte voeding, hou je slakken en ander ongedierte uit de weg en let je erop dat je je wietplanten goed beschermt als er heel slecht weer aankomt.
Het blad
Let altijd op je bladeren. Die communiceren namelijk met je over de status van je wietplant. Het verschil tussen ervaren en beginnende telers, is dat de eerste groep wietplanten kan ‘lezen’. Bladeren geven sterke signalen af aan de kweker en vertellen hoe de plant zich voelt en hoe gezond ze is. Om groeiproblemen snel aan te pakken, is het belangrijk te weten waar je op moet letten.
Geel blad
Als je bladeren geel verkleuren, dan wijst dat er meestal op dat er iets mis is met je wietplant. Dit kan diverse oorzaken hebben, variërend van ziekten en plagen tot problemen met voedingsstoffen. Houd er echter rekening mee dat gele bladeren in de laatste weken van de bloei normaal zijn. Alleen in dat stadium hoef je je er geen zorgen over te maken. Een wietplant is een eenjarige plant dus aan het einde van het seizoen gaat hij uiteindelijk dood.
Krullend blad
Het is een vreemd gezicht, opgekrulde wietblaadjes. De bladeren van je wiet kunnen door diverse redenen omkrullen. Ze kunnen met opgerolde randjes naar boven of naar beneden krullen of juist onregelmatig omkrullen en verkruimelen. Dit zijn de meest voorkomende oorzaken van krullende bladeren:
- hittestress (plaats ze wat meer in de schaduw)
- overbemesting (geef je planten niet teveel voeding)
- overbewatering (verzuip je planten niet)
Droog blad
In sommige gevallen kunnen krullende bladeren droog en knisperend worden als ze niet worden behandeld. Dit is een teken dat je onmiddellijk moet ingrijpen. Meestal is droog blad het gevolg van langdurig te weinig water krijgen of van zeer hoge temperaturen waardoor de blaadjes verbranden.
Slap blad
Verwelkende of slappe bladeren kunnen, net als verkleurde en gevlekte blaadjes, diverse oorzaken hebben. Hieronder de meest voorkomende problemen:
- te weinig water
- verwelkingsziekte
- ongedierte
Verkleurd blad
Wietbladeren hebben meestal een groene tint, variërend van limoengroen tot diepere donkergroene tinten. Soms kunnen ze echter ook een andere kleur krijgen, afhankelijk van de soort en omgevingsfactoren. Meestal hoef je je daarover geen zorgen te maken. Deze kleuren maken de planten juist prachtig en zijn enorm geliefd onder liefhebbers.
Soms kan verkleuring van de bladeren echter een teken zijn van een serieus probleem. Te kort aan stikstof, overbemesting, verkeerde zuurgraad van je grond en nog wat zaken kunnen vreemde paarse of rode kleuren veroorzaken op je wietbladeren.
Blad met gaten
Als je merkt dat er gaten in de bladeren zitten of onregelmatige vlekken en verkleuringen op het blad ziet, dan heb je waarschijnlijk last van een plaag. Een scherp oog en een vergrootglas helpen je om de boosdoener te signaleren voordat deze meer schade aanricht. Je growshop kan je helpen om de plaag te bestrijden, maar ook lieveheersbeestjes eten graag je bladluis voor je op.
De oogst
- Sativa-dominante wietplanten hebben een bloeiperiode van ongeveer 12 tot 17 weken. De oogst van sativa’s vindt daarom laat in het seizoen plaats. Het is niet gek als je tot eind oktober en soms wel begin november moet wachten.
- Hybride planten of indica-dominante soorten staan ongeveer 8 tot 14 weken in de bloei. Indica wiet is daarmee eerder ‘klaar’. Oogst je wiet aan het einde van september of de eerste week van oktober.
Houd de bladeren en de toppen goed in de gaten aan het einde van de bloeiperiode. Ze geven je genoeg signalen wanneer ze klaar zijn voor de oogst. Soms worden bladeren naar het einde toe geel en vallen af. Toppen worden niet groter en ze worden donkerder van kleur. Toch is de perfecte oogsttijd kiezen zelfs voor een geoefend kweker best nog wel lastig.
Catussen zelf kweken
Cactussen zijn planten die in de natuur voorkomen in gebieden waar weinig andere planten willen groeien. Dat komt omdat er weinig water ter beschikking is en de temperaturen er hoog zijn. De cactus is kampioen op zulke plekken op de wereld. Vooral Zuid-Amerika en Afrika zijn ruim vertegenwoordigd in het aantal soorten cactussen dat men herbergt.
Omdat de meeste cactussen in droge streken voorkomen, denken de meeste mensen meteen aan woestijnen. In werkelijkheid groeit maar een heel klein gedeelte in extreem droge gebieden. Meestal komen ze voor in gebieden met 5-50 cm neerslag per jaar.
Eisen
Vrijwel de meeste cactussen stellen erg weinig eisen stellen aan hun leefomgeving, dus dat maakte dat ze erg makkelijk zijn om thuis binnen en/of buiten te houden. Door de grote verscheidenheid aan cactussen is het erg lastig om precies aan te geven wat de juiste omstandigheden voor alle cactussen zijn.
Elke cactus heeft zo zijn specifieke voorkeuren. Uiteraard zijn er wel degelijk een heleboel omstandigheden die voor de meeste cactussen hetzelfde of grotendeels vergelijkbaar zijn.
Wortels
Om er voor te zorgen dat de wortels van de cactus die je gaat kweken niet verstikken, is de maat van de pot of bak die je gaat gebruiken erg belangrijk. Als een pot te kleins dan kan de cactus bij gebrek aan wortelgroei zelf ook niet groeien en zal hij mogelijk zelfs sterven. Kies je echter voor een te grote pot dan loop je het risico dat de aarde te nat wordt en dat je daardoor last krijgt van het rotten van je wortels.
Zo in het algemeen gesproken is het zo dat bolvormige cactussen (soorten uit de Lophophora familie bijv.) het meest gebaat zijn bij potten die net iets groter zijn dan het wortelstelsel van de cactus. De zuilvormige cactussen (soorten uit de Trichocereus familie bijv.) willen meestal een pot met iets meer ruimte dan de bolvormige cactussen.
De keuze van materiaal van de potten is meestal tussen gebakken klei en plastic. De hobbykwekers kiezen meestal voor de potten van gebakken klei. Deze potten hebben de eigenschap om meer te ‘ademen’ en de aarde droogt erin sneller uit. Potten van gebakken klei zijn wel duurder in de aanschaf dan potten van plastic. De plastic potten zweten altijd meer omdat het plastic niet poreus is. Bovendien zal het plastic op lange termijn barsten, terwijl potten van aardewerk vele tientallen jaren meegaan zonder problemen.
Gaatjes
Zorg er altijd voor dat de pot één of meerdere gaatjes aan de onderkant heeft. Cactussen hebben liever dat ze water van onderen krijgen dan van de bovenkant. Om die reden kan je de potten in een schaal zetten en de schaal bewateren in plaats van bovenop de aarde gieten.
De juiste grond
Een goed grondmengsel is van grote invloed op de groei van de cactus die je wilt kweken. En hoewel het perfecte grondmengsel nog moet worden uitgevonden, zijn er toch wel wat dingen bekend. Dat neemt niet weg dat als je aan 10 cactuskwekers de perfecte mix vraagt, je kunt rekenen op 10 verschillende antwoorden.
Geen normale potgrond
Normale potgrond is in principe niet geschikt voor de meeste cactussen. Deze aarde heeft de eigenschap om water lang vast te houden. Dit is juist iets waar cactussen van gruwen. In vele tuincentra is daarom speciale cactusaarde verkrijgbaar. Deze cactusaarde voldoet in vele gevallen prima. Echter, de meeste hobbykwekers zweren bij een mix die zij zelf naar vele jaren ervaring hebben uitgezocht. Ze hebben dan jaren van experimenteren achter de rug, dus volgen wij graag hun adviezen zonder het wiel opnieuw uit te vinden.
Ingrediënten die veel worden gebruikt bij het maken van grondmengsel voor cactussen:
- turf
- zilverzand
- kokosvezel
- perliet
- puimsteen
- potgrond
- klein grind
- kalksteen
Verreweg de meeste mixen voor grondmengsels bestaan uit 20-25% organisch materiaal en voor de rest uit anorganisch materiaal. Het is erg belangrijk dat het los en luchtig is. Als dat niet het geval is, zal het teveel water vasthouden, wat weer kan leiden tot wortelrot. Ook cactussen hebben behoefte aan voldoende voedingsstoffen en maken dus gebruik van de aanwezige voedingsstoffen in het grondmengsel. Op den duur raken deze voedingsstoffen uitgeput. Daarom kan het verstandig zijn om een keer per jaar een beetje mest toe te voegen om deze voedingsstoffen weer aan te vullen.
Bekijk rustig zo af en toe het wortelstelsel van je cactus. Daaraan zie je ook meteen in welke conditie je cactus verkeert en of er voldoende wortels ontwikkeld worden.
Cactuskweek en licht
Het doseren van de juiste hoeveelheid licht is meestal het moeilijkste onderdeel van het houden en goed kweken van cactussen. Vooral de mensen in koudere gebieden op de wereld zoals Nederland en België moeten zich af en toe in allerlei bochten wringen om de cactus genoeg licht te geven. Cactussen zijn van nature gewend om veel licht te krijgen. De meeste cactussen houden het wel uit in minder licht, maar het zal de groei stagneren en ze zullen weinig of niet in bloei komen.
Zomer en winter
In de zomer is de cactus meer gebaat bij zon dan in de winter. De meeste cactussen hebben in de zomer al voldoende aan enkele uren volle zon en de rest van de dag schaduw. Eventueel kan de cactus onder kunstmatig licht geplaatst worden. De Tl-buis is daarvoor een optie, ze geven namelijk veel licht. De nadelen zijn dat ze op niet meer dan 10-30 cm aangebracht mogen zijn en Tl-buizen geven weinig warmte. Een alternatief is de halogeen lamp. Deze geeft een heleboel meer warmte. Ze verbruiken daarentegen weer meer energie.
Zoals altijd is ook in dit geval teveel niet goed. Als de cactus teveel zon krijgt wordt dit vaak al snel zichtbaar. De naar de zon gekeerde kant zal verbleken, wat tot brandplekken kan leiden. Verdraai de cactus af en toe op zijn plaats zodat alle kanten van de cactus regelmatig vol in het licht komen. Tenzij je natuurlijk cactussen kweekt in een land als Spanje of Italië want dan krijgt je plant van nature voldoende zon.
Warmte
Cactussen gedijen uitstekend bij hoge temperaturen. Dat is de reden dat ze voornamelijk voorkomen in de warmere delen van de wereld, zoals in Zuid Amerika en in woestijngebieden. Maar besef wel dat ook juist in dit soort gebieden de nachten heel koud kunnen zijn. Vele cactussen zijn daardoor van nature bestand tegen koudere temperaturen.
Vorst
Sommige cactussen kunnen zelfs een korte tijd tegen vorst, zolang ze overdag maar voldoende licht en warmte krijgen. Bij het binnenshuis houden van cactussen is de huistemperatuur meestal voldoende. In de streken waar men cactussen ook buiten kan houden, kan het in sommige gevallen verstandig zijn om de cactussen in de winter binnen te plaatsen.
In de zomer zijn cactussen meer gebaat bij hoge temperaturen dan in de winter.
Water
Als je een cactus teveel water geeft dan gaat de plant dood. Dat is dan ook de meest voorkomende doodsoorzaak bij beginnende cactuskwekers. De gouden regel is dus: niet overbewateren!
Verreweg de meeste cactussen gaan dood omdat men de cactus teveel water geeft. Het is voor veel mensen erg lastig om te bepalen wanneer de cactus water nodig heeft. In de zomer heeft een cactus meer behoefte aan water dan in de winter.
In het algemeen kun je zeggen:
- Voorjaar: 1 keer per 2 weken (bloeiperiode)
- Zomer: 1 keer in de week (groeiperiode)
- Herfst/winter: 1 keer per 4 weken (rustperiode)
Vanzelfsprekend kunnen deze hoeveelheden per cactus en per omstandigheid verschillen!
Ten alle tijde geldt dat de aarde geheel uitgedroogd moet zijn voordat je weer water geeft. Bij twijfel is het verstandig om nog maar even geen water te geven. Let er echter wel op dat je aarde niet compleet verandert in zand.
Onderkant
Het is het beste om water van de onderkant te geven. Cactussen hebben het water liever beneden bij de wortels dan dat ze het in de nek gegooid krijgen. Hiervoor dient de pot één of meerdere gaten aan de onderkant te hebben en op een schotel te staan. Bij het plaatsen van water op de schotel, zal het grondmengsel het water van beneden naar boven opnemen en zo de wortels van de cactus bereiken. Als het water de oppervlakte bereikt heeft, dan is het voldoende en kan je het overtollige water van de schotel verwijderen.
Tip: Gebruik regenwater in plaats van kraanwater. Regenwater kent geen toevoegingen.
Cactus behandeling
Bijna alle cactussen hebben een ruw en stekelig uiterlijk. Dit betekent niet dat je de cactus ook zomaar ruw mag behandelen. Behandel de cactus met respect en doe rustig aan.
Veel cactussen zijn gevoelig voor (stevige) aanrakingen. Wanneer je een cactus toch ruw behandelt dan kan dat lelijke littekens tot gevolg hebben. Als je de cactus om wat voor reden dan ook moet vastpakken of verplaatsen, dan is het het beste om dit aan de onderkant te doen. Het is verstandig om een cactus vast te pakken met handschoenen aan of een dubbelgevouwen doek om je handen. Dit voorkomt dat je geprikt wordt door de vele aanwezige stekels.
Verpotten van je cactus
Cactussen, en dan voornamelijk de wortels, vinden verpotten niet fijn. Sterker nog ze hebben er een hekel aan om verpot te worden. In principe is het dan ook verstandig om de cactussen zo lang mogelijk in dezelfde pot te houden. Het kan echter soms noodzaak zijn om ze toch te verpotten:
- de aarde is verzand en dus aan vervanging toe
- je pot is stuk gegaan
- ze groeien erg snel waardoor de wortels in de verdrukking komen.
- aarde is volledig uitgeput van voedingsstoffen
- er zit een schimmel/bacterie in de aarde
Voorzichtig
Enige voorzichtigheid is wel geboden bij het verpotten van cactussen. Niet alleen de cactus is kwetsbaar. Ook de naalden zullen je ongetwijfeld niet ontgaan zijn. Draag dus dikke handschoenen of een omgeslagen doek ter bescherming van je handen. Wees dus voorzichtig en subtiel!
De beste periode om te verpotten is net na de winterrustperiode, zo rond februari. Wacht na het verpotten enkele weken met het geven van water. De wortels kunnen dan rustig wennen aan de nieuwe omgeving.
Cactussen rusten in de winter. Dan is het een mooi moment om te verpotten als dat nodig is.
Ziektes en ander ongemak
Er zijn veel cactussoorten op de wereld die vatbaar zijn voor dezelfde ziekten en plagen als de meeste gewone kamer- en tuinplanten. Het is daardoor ook erg belangrijk om je cactussen regelmatig te onderzoeken op wat voor ongedierte dan ook. Ook hier geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Creëer daarom de juiste omstandigheden waarin de cactus het beste groeit, maar de ziektekiemen en schadelijke insecten geen kans krijgen.
Pesticiden
Fungiciden en pesticiden kunnen een oplossing zijn voor vervelende ziektekiemen en schadelijke insecten. Maar wees gewaarschuwd voor overmatig gebruik van dergelijke schimmeldodende en bestrijdingsmiddelen. Vaak heeft ook de cactus onder deze middelen te lijden. Volg in ieder geval altijd de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op om te voorkomen dat je meer schade aanricht dan je al hebt voordat je begon.
Probeer ten alle tijde een dier- en milieuvriendelijke oplossing te vinden als je ziektes gaat bestrijden
De meest voorkomende ziekten zijn:
Rot
- aantasting van wortels en onderste delen van de stengel door schimmels en bacteriën
- te herkennen door donkere verkleuring van de normaal witte wortels
- verkleuring van de plant zelf van groen naar bruin naar zwart
- ‘zacht’ uiterlijk of slap hangen
- vlekvorming breidt zich naar boven uit
- oorzaak: te weinig doorlatend grondmengsel en/of teveel water
- oplossing: redden wat er te redden valt = stekken maken van de gezonde delen
Vorstschade
- te herkennen door delen van de stengel die bruin/zwart worden en het wat papperig worden na ontdooiing
- te voorkomen door voldoende warmte en luchtcirculatie
De meest voorkomende plagen zijn:
Wolluis
- meest voorkomende plaag onder cactussen
- meestal wit van kleur
- kleine, ovale insecten
- produceert een witte wasachtige stof
- nestelt zich op de wortels, stengels, bladeren en/of op jonge scheuten van planten
- langzaam verplaatsende plaag
- oplossing: speciale insecticide voor wolluis
- bij ontdekking de geplaagde cactus(sen) meteen verwijderen van de rest
Spintmijt
- achtpotige beestjes
- zo klein dat ze bijna niet zichtbaar zijn, fractie van een millimeter doorsnee
- meestal rood van kleur
- produceren vaak een fijn en dicht web over de planten
- bestrijding door speciale bestrijdingsmiddelen
- hardnekkig
Bladluis
- kleine ronde/bolle insecten
- meestal groen van kleur
- komt vaak voor in grotere hoeveelheden
- veroorzaakt zwartschimmel
- oplossing: insecticide, gaasvliegen, lieveheersbeestjes
Schildluis
- verschillende soorten variërend van 1 mm tot 1 cm
- variërend in kleur van wit tot bruin
- komt weinig voor, wordt meestal binnengebracht door nieuwe planten in de collectie
- verwijdering met de hand of borstel, bij volwassen schildluizen werken de meeste pesticiden onvoldoende
Trips
- gevleugelde insecten van nog geen halve millimeter groot
- geelbruin van kleur met de vorm van een rijstkorrel
- bewegen zich snel voort over de plant
- onttrekken voedsel van de plant met een bronzen tot zilveren verkleuring als gevolg
- komen vanuit het niets en verdwijnen vaak weer in het niets
- makkelijk te bestrijden met gewone bestrijdingsmiddelen
Vermeerdering en kweken van cactussen
Opkweken vanuit zaad
Een makkelijke manier om te starten met de kweek van cactussen is met zaadjes. De meeste cactuszaadjes ontkiemen vrij makkelijk en vragen niet al teveel van hun leef- en groeiomgeving.
Voedingsbodem
De eerste stap is het kiezen van een voedingsbodem. Er zijn vele verschillende recepten voor een juiste voedingsbodem.
Een veel gebruikte en succesvolle mix is:
- 40% potgrond
- 30% turf
- 30% klein grind (1-3 mm)
Bovenop deze voedingsbodem is het verstandig om een laagje van alleen maar zand of klein grind te leggen (1/2 – 1 cm.)
Organismen
Een groot gevaar voor mislukking zijn de vele organismen die zich in deze mix bevinden. Zeker in het beginstadium zijn de zaadjes erg vatbaar voor ziekten en plagen. Het is daarom belangrijk dat de voedingsbodem en het zand/klein grind voor de bovenste laag gesteriliseerd worden voordat de zaadjes hierin gestopt worden. Dit steriliseren kan je doen door middel van de snelkookpan of de magnetron. Van deze 2 heeft de snelkookpan de voorkeur vanwege een grotere kans op goed resultaat.
- Snelkookpan: 60 minuten op 15 psi
- Magnetron: 8 – 10 minuten hoogste stand
Afgekoeld
Als de voedingsbodem geheel is afgekoeld en in het juiste potje (gaatjes onderkant) is gedaan, leg dan een dun laagje van het afgekoelde zand of klein grind bovenop deze aarde. De zaadjes kunnen nu worden uitgestrooid over het bakje. Druk de zaadjes niet verder in de aarde. De zeer kleine zaadjes zullen niet ontkiemen als ze te diep in de aarde zitten. Voorzichtig uitstrooien is dan ook meer dan voldoende.
Spray met water
Geef als laatste de zaadjes en de aarde nog even een flinke spray met water. De zaadjes zullen dan vanzelf een klein beetje naar beneden zakken. Het is verstandig om hier een (lichte) fungicide bij te gebruiken om besmetting van bacteriën te voorkomen. Plaats tevens het bakje gedurende 5-10 minuten in een bak met water zodat de aarde ook door de gaatjes aan de onderkant water kan opnemen.
Ontkiemen
Nu wordt het tijd om de zaadjes te laten ontkiemen. Plaats ze daarom in een omgeving waar aan de volgende eisen wordt voldaan.
- Warmte. Plaats het bakje met zaadjes op een warme plek met een (constante) temperatuur van tussen de 20 en 30 °C.
- Licht. Zaadjes hebben licht nodig om te ontkiemen. Zet ze echter wel op een plek waar geen direct zonlicht komt. Zaadjes en kleine cactussen zijn erg kwetsbaar voor (fel) zonlicht.
- Luchtvochtigheid. Ontkiemende zaadjes houden van een hoge luchtvochtigheid. Ideaal is tussen de 60 en 90%. Om dit relatief makkelijk te kunnen bereiken is het verstandig om de ruimte zo klein mogelijk te houden. In het beginstadium zal dat dus betekenen dat ze in een kleine afgesloten bak of zak geplaatst moeten worden.
3 tot 10 dagen geduld
Na 3 tot 10 dagen zullen de zaadjes gaan ontkiemen. Vanaf nu zal het meeste werk vanzelf gaan. Het is echter wel belangrijk dat jij ervoor zorgt dat de omstandigheden optimaal blijven voor een goede start van deze nieuwe cactuslevens… Dus voldoende licht, lekker warm en een hoge luchtvochtigheid. Na 2 – 3 maanden is het verstandig om òm de week enkele gaatjes in de zak prikken, zodat de kleine cactussen langzaam kunnen gaan wennen aan droge(re) lucht.
Zes maanden
Na 6 maanden zijn de cactussen al heel wat groter en sterker geworden. Nu wordt het tijd om ze uit de zak te halen en ze onder normale omstandigheden te plaatsen.
Kweken met stekken
Het nemen van stekken is eigenlijk niets meer dan een gedeelte van een cactus afsnijden en dit opnieuw in de aarde plaatsen. Dit afgesneden gedeelte zal dan weer wortels aanmaken en verder leven als een zelfstandige cactus.
De beste tijd om stekken te nemen is het begin van het groeiseizoen. Als je een gedeelte van een cactus afsnijdt, doe dit dan altijd met een scherp en gesteriliseerd mes. Het niet steriliseren van het mes kan leiden tot besmetting.
Laat de stek daarna goed drogen voordat je het weer in de aarde steekt om verder te groeien. Dit kan per cactus verschillen van enkele dagen tot enkele weken. Om de stek goed te drogen is het het beste om deze te plaatsen in een warme ruimte met een klein beetje luchtcirculatie.
Scheuten
Veel cactussen waar een stek vanaf is gesneden gaan vanzelf scheuten ontwikkelen aan de zijkant. Op een gegeven moment zal je ook deze weer als stekken kunnen afsnijden.
Vrijwel iedere cactus kan je afsnijden en in de grond stoppen zodat dat stuk gaat wortelen
Enten
Een andere methode is het enten van cactussen. Sommige cactussen groeien heel erg langzaam, bloeien zeer weinig en/of hebben moeite om een gezond wortelstelsel te ontwikkelen. Om dit te bevorderen is het mogelijk om cactussen te enten. Het enten van cactussen is als het ware 2 verschillende soorten cactussen aan elkaar laten groeien.
Scion
Bij het enten gaat het om de bovenste cactus, genaamd de scion. Deze scion, zal in plaats van een wortelstelsel ontwikkelen zich vergroeien aan de onderste cactus, de onderstam. Het grootste voordeel van enten is dat de groeisnelheid van de scion drastisch stijgt. Sommige soorten groeien wel tot 10 keer zo snel als ze geënt zijn. Vaak zal de scion ook sneller en rijkelijker bloemen geven. De beste periode om te enten is in de zomerperiode met 2 gezonde cactussen die allebei in de groei zijn.
Onderstam
Voor de onderstam wordt meestal een zuilcactus (bijvoorbeeld een Trichocereus) gebruikt. Bebruik bij het enten altijd een vlijmscherp en steriel mes. Snij de cactus die als onderstam gaat dienen op de juiste hoogte (minimaal 10 cm. hoog) af en kant het mooi naar beneden af. Laat de cactus vervolgens geheel drogen. Doe dit in een warme ruimte met een beetje luchtcirculatie. Dit kan enkele dagen tot 2 weken duren.
Puntje snijden
Als de wond geheel is gedroogd wordt het tijd om de andere cactus erbij te pakken. Snij vervolgens het bovenste puntje van de onderstam er horizontaal af (met wederom een scherp en steriel mes), maar laat het puntje er nog even op liggen. Pak vervolgens de andere cactus (scion) en snij deze op de gewenste hoogte af. Verwijder het puntje van de onderstam en plaats de scion er bovenop. Doe dit subtiel, maar wel zo snel mogelijk om eventuele besmettingen te voorkomen.
Tape of elastiek
Druk de cactussen lichtjes tegen elkaar en zorg ervoor dat alle lucht ertussen verdwenen is. Doe wat tape of elastiek over de cactussen zodat ze goed aan elkaar vast blijven zitten. Het kan handig zijn om deze handeling uit te voeren met zijn tweëen Plaats ze vervolgens gedurende 3 dagen in een gesloten bak of zak met een hoge luchtvochtigheid. Gedurende deze 3 dagen krijgen de cactussen om de wonden te helen en aan elkaar te groeien. Na deze 3 dagen kunnen ze er worden uitgehaald en het tape of elastiek worden verwijderd. Ze zullen verder gaan als één…
Cactus kweeksets
Het assortiment cactus kweeksets is té groot om ze allemaal individueel te bespreken. Maar het is niet heel erg moeilijk en zeer leuk om zelf te doen. Dus waarom zou je het niet proberen?
Auteur van deze bijdrage: Michèl Blutz.
Buiten wiet kweken
Met de Nederlandse zomers is het kweken van je eigen wiet buiten zeer goed te doen. Je kunt daarvoor kiezen uit twee methoden. 1) je wiet kweken in de grond in de natuur of in je tuin en 2) je wiet wel buiten kweken, maar de planten wel in potten laten in plaats van in de grond.
Vijf planten, dat mag toch
Om maar meteen met de deur in huis te vallen, het antwoord is nee. Vijf wietplanten mag niet, vier niet, drie niet, twee niet en zelfs één enkele wietplant kweken mag niet. Het gedoogbeleid houdt in dat het aanwezig hebben van vijf wietplanten in beginsel wordt gedoogd. Let op: het bezit van één enkele wietplant, hoe klein ook, is strafbaar in Nederland.
Op het moment dat de politie voor de deur staat en vijf of minder wietplanten aantreft dan ben je in overtreding en strafbaar. Als de planten echter zonder hulpmiddelen gekweekt worden én je er ter plaatse afstand van doet, dan vindt er geen strafvervolging plaats. Wanneer het Openbaar Ministerie in dat geval toch vervolgt, dan zal de rechter het OM niet-ontvankelijk verklaren.
Het gedogen van wiet kweken houdt in dat er tot vijf planten geen strafvervolging plaatsvindt als je afstand doet van je planten
Wapwinkel supportteam
Tuin of balkon
Als je in je tuin of op je balkon in een pot gaat kweken dan hou je het voordeel van de mogelijkheid om je planten te verplaatsen. Makkelijk om ze meer in de zon te houden (licht is immers opbrengst), of voor als je planten even uit het zich moeten in verband met (ongewenst) bezoek. Een ander groot voordeel van kweken op pot is dat je zelf kunt bepalen hoe groot je plant wordt. Een kleinere pot geeft een kleine plant, een grotere pot geeft een grote wietplant, in de volle grond krijg je een reuze wietplant, in het laatste geval kan ze wel 3 meter hoog worden! Maar dat geldt natuurlijk ook voor planten die in mega grote potten gekweekt worden en buiten staan.
Hoe groter de pot, des te groter de wietplaten
Nadelen buiten wiet kweken
Nadelen van buitenkweken zijn de kwetsbaarheden zoals aanvallen van insecten en slakken, deze zitten in je tuin maar waarschijnlijk niet op je balkon. Insecten en slakken vind je ook in een guerilla kweek (kweken in de natuur) en daar kom je dus bijna niet omheen. Je plant levert meer wiet op als ze in de volle grond kan uitgroeien tot een exemplaar waar je met gemak een halve kilo gedroogde toppen af kunt halen aan het einde van het kweekseizoen. Een ander groot nadeel is dat de kans op diefstal bij een buitenkweek veel groter is. Als je plant buiten je tuin opvallen dan is de kans heel groot dat ze tegen de oogsttijd weg zullen zijn, of dat de normaal zo vriendelijke buurman Meld Misdaad Anoniem heeft gebeld voor je.
Guerilla kweek
Guerilla kweek is een vak apart. Bij een guerilla kweek krijg je met wat andere zaken te maken dan een binnen kweek. Zo moet je zorgen dat je geschikte grond vindt, niet alle grond is optimaal voor een wietplant. Daarbij moet je zorgen dat je uit het zicht moet zien te blijven van wandelaars en toeristen, wat niet altijd meevalt. Ook krijg je te maken met dieren die je wietplant letterlijk rauw lusten, denk ook weer aan slakken, maar ook wilde zwijnen kunnen je plant beschouwen als een maaltijd. Het kan best lastig zijn om een goede plaats te vinden voor een buiten wiet kweek. Daarbij is het net zo verboden als in je eigen tuin.
Voordelen Van Buiten Kweken
- Grotere planten
- Meer ruimte
- Gratis regenwater
- Zonlicht (gratis verlichting)
- Niet noodzakelijk om de lichtcyclus te veranderen
- Frisse lucht helpt tegen toprot
- Nuttige insecten
- Aarde is rijk aan plaatselijke bodemmicroben